“Hans is door zijn hersenletsel erg veranderd”

Maandag 15 juli 2019

Hans, de man van Hennie van Gaal, kreeg op zijn 49e een aneurysma. Na wekenlang in het ziekenhuis te hebben gelegen werd duidelijk dat hij niet meer thuis zou komen. Hans ging wonen in Vivent Mariaoord.

“Hans was thuis toen hij zijn aneurysma kreeg. Het ging zo slecht met hem dat we vreesden dat hij het niet zou halen”, legt Hennie uit.

Hans werd met spoed geopereerd. “Hij verkeerde wekenlang in een soort niemandsland. Hij lag niet in coma, maar was ook niet echt bij bewustzijn. Een groot deel van de tijd lag hij vastgebonden, omdat hij erg onrustig was. Dat was heel naar om te zien. Het voelde alsof ik gevangen zat in een slechte film.”

Vele weken en complicaties verder was Hans stabiel en kwam de vraag waar hij naartoe zou gaan. “De artsen gaven aan dat Hans niet kon revalideren. Dat deel van zijn hersenen was kapot. We hadden geen idee of hij ooit nog een gesprek zou kunnen voeren. Ik was zó moe op dat moment. Ik wist niet meer wat ik moest doen. Zonder Hans ging ik kijken op NAH-afdeling De Linde in de toenmalige oudbouw van Mariaoord en vond het er in eerste instantie verschrikkelijk. Het raakt je dat je man in een verpleeghuis moet gaan wonen en je bent er helemaal niet op voorbereid.”

“Maar er moest iets gebeuren”, vertelt Hennie. “Ik kon hem thuis niet de zorg en structuur bieden die hij nodig had. De afdeling van nu bij Vivent lijkt eigenlijk in niets op die van toen. Op Sprokkelbosch heeft hij een wereld die bij hem past.”

Moeilijke tijd

Hennie heeft een moeilijke tijd achter de rug. “Dankzij mijn kinderen en mijn werk ben ik overeind gebleven. Het zorgde voor regelmaat en bekend terrein, terwijl de rest van mijn leven op z’n kop stond. In het begin was ik boos en had ik veel last van schuldgevoel, vooral als ik iets leuks deed. We hebben Hans één keer meegenomen op vakantie, maar dat was een harde leerschool. Ik moest keihard werken, terwijl ik rust nodig had. Dat doe ik niet meer. We gaan wel eens een dag of weekend weg, maar niet meer zo lang.”

“Wel komt Hans elk weekend naar huis toe. Dat wil ik zo lang mogelijk blijven doen. Het lukt me, omdat ik weet dat ik altijd een beroep kan doen op Vivent als het mij tijdelijk of structureel niet lukt om er voor Hans te zijn. Hij is bij Vivent in goede handen.”

Hans is door zijn NAH erg veranderd. “Voor hem zorgen vreet energie en hij kan heel dwingend zijn. Aan Hans zie je niets; hij weet goed te verbloemen dat hij NAH heeft. Dat maakt het soms extra lastig, want hij beseft wel hoe afhankelijk hij is van mij.”

Maatje en vader kwijt

“Onze kinderen waren pubers toen het gebeurde. Zij zijn er altijd goed mee omgegaan. Al voel je bij belangrijke gebeurtenissen dat het lastig blijft, bijvoorbeeld door een opmerking als ‘anders had papa mij kunnen helpen met verbouwen’. Hij is er, maar kan niet de vader zijn die ze soms nodig hebben.”

Voor Hennie geldt dat ze de man verloor op wie ze verliefd werd en de balans in de relatie verschoof. “Mantelzorger zijn is altijd eenrichtingsverkeer. Van hem krijg ik geen waardering. Ruzie maken heeft geen zin, want dat herinnert hij zich niet meer. Onze gesprekken zijn oppervlakkig. Grote beslissingen moet ik alleen nemen.”

“Het moeilijkste is dat ik mijn maatje kwijt ben. Als ik in de zomer stellen leuke dingen zie doen, wil ik dat ook. Ik weet dat het niet kan, al blijft het een worsteling. Maar Hans loslaten kan ik niet.”

Volg ons op