Vivent opent corona cohortafdeling in Rosmalen

Vrijdag 30 oktober 2020

Vivent opent in samenwerking met de VVT-organisaties in de regio een somatische corona cohortafdeling. Door in deze coronacrisis samen op te trekken met andere zorgorganisaties houden we met elkaar de zorg in Nederland draaiende. De cohortafdeling is ingericht in woonzorgcentrum Vivent Mariaoord, afdeling Heeseind 4 en is sinds donderdag 29 oktober operationeel.

Somatische zorg voor corona-patiënten

Ongeveer 14 verpleegkundigen, verzorgenden, gastvrouwen en 1 arts gaan de cliënten verzorgen en behandelen op de cohortafdeling. Op de afdeling komen bevestigde covid-19 besmette mensen die somatische problemen hebben of mensen waarvoor thuisisolatie met hulp van thuiszorg niet meer haalbaar is. Daarnaast zijn medewerkers van logopedie, fysiotherapie, geestelijke verzorging en ergotherapie op consultbasis beschikbaar voor de afdeling. De zorg richt zich specifiek op de somatische zorg, niet op de psychogeriatrische zorg (PG: zorg voor mensen met dementie), zorg voor mensen met een verstandelijke beperking of zorg vanuit de geestelijke gezondheidszorg.

Externe cohortafdeling

De cohortafdeling bij Vivent is een externe afdeling. Dit betekent dat alle zorgorganisaties, ook het ziekenhuis, in de regio cliënten kunnen aanmelden voor deze afdeling. Ook huisartsen kunnen cliënten aanmelden. Op de afdeling is plek voor 8 cliënten. Ze worden in cohort verpleegd; dat houdt in dat zij samen een groep vormen. Het personeel werkt volledig beschermd op de afdeling. Er zijn heel strenge hygiënemaatregelen, die ervoor zorgen dat de medewerkers en bezoekers optimaal beschermd zijn.

Waardevol

Nicole Eussen, manager zorg en behandeling: “Het is prachtig om te zien dat collega’s zich aanmelden voor het werken op deze afdeling, want zonder hen zouden we deze zorg nooit kunnen bieden. Het is ook een bijzondere ervaring om in korte tijd een afdeling op te zetten, best wel pittig en dynamisch, maar door de onderlinge saamhorigheid iets heel waardevols om mee te maken.”