“Samen dingen doen kleurt de dag van onze cliënten”

Maandag 1 oktober 2018

‘Als mensen lichamelijke problemen hebben die blijvend zijn, is het belangrijk dat ze zoveel mogelijk hun bewegingsmogelijkheden trainen. Daardoor worden ze mobieler en krijgen ze meer eigenwaarde. Ik vind het mooi dat ik vanuit mijn vak daaraan kan bijdragen,’ vertelt Frank van Brakel, fysiotherapeut van Vivent. ‘De mensen met complexe lichamelijke aandoeningen die ik begeleid, zijn meestal mensen die langer bij Vivent verblijven. Zij krijgen niet alleen ondersteuning van andere behandelaars, maar ook van de geestelijk verzorger. Die kan vanuit zijn vakgebied vaak een waardevolle bijdrage aan de behandeling leveren.’

Daar hoort ook aandacht voor mantelzorgers bij. Een broer van één van de bewoners vertelt: “Mijn broer heeft zijn laatste maanden doorgebracht in Vivent Mariaoord op afdeling Krommenhoek. De verzorging was geweldig, met veel geduld werd er geluisterd. Ik kon altijd bellen voor informatie, mijn broer was blij met de mensen die hem verzorgden en was er gelukkig.”

In gesprek

Bij Vivent Mariaoord is er ook activiteitenbegeleiding, waaraan mensen van binnen maar soms ook van buiten deze locatie deel kunnen nemen. Frank: ‘Juist het samen doen met anderen kan de dag van de deelnemers kleuren. Het maakt dat ze in gesprek raken met elkaar en biedt hen de mogelijkheid ook buiten de afdeling iets te ondernemen.’ Eén van de cliënten beaamt dit volmondig: ‘Het is hier tot nu toe goed naar mij zin geweest. Je kunt hier leuk wonen en ik voel me hier thuis.’

Positief blijven

Frank benadrukt hoe belangrijk het is dat iemand zoveel mogelijk zelf kan doen. ‘Ik heb zoveel bewondering voor mensen die van alles mankeren, en toch heel positief blijven en er ondanks alles nog iets van maken. Soms leven er in de familie wel vier of vijf generaties en willen ze graag hun achterachterkleinkinderen nog zien opgroeien. Ik maak praatjes met ze, geef ze advies en merk dat ik oprecht geboeid ben door hun leven en verhalen. Wat dat betreft zit ik echt op mijn plek in mijn werk met oudere mensen.’