“Goede zorg en veel gezelligheid”

Woensdag 19 juli 2023

Het was even wennen toen mevrouw David (75) drieëntwintig jaar geleden ging wonen in een zorgappartement van Vivent De Hooghe Clock. “Ik was pas 52 jaar, in de ogen van de andere bewoners echt een jonkie. Maar ik heb toen de knop omgezet, me opengesteld en al snel wist ik het zeker: hier wil ik nooit meer weg!”

“Ik heb een beetje pech gehad in het leven”, vertelt ze. “Op 41-jarige leeftijd kreeg ik Parkinson. Ik werkte toen nog als verpleegkundige bij de Godshuizen in ’s-Hertogenbosch en ik werd afgekeurd voor mijn werk. Daar had ik het heel moeilijk mee. 41 jaar is natuurlijk veel te jong. Ik was echt kwaad, wilde even niemand meer zien. Maar mijn broers en zussen, hadden daar geen boodschap aan. Ik kom uit een gezin van 15 kinderen. Ze zochten me dagelijks op, in het ouderlijk huis waar ik samen met mijn moeder woonde. Ook veel oud-collega’s kwamen regelmatig op bezoek. Dat heeft me goed gedaan. Langzaam maar zeker kreeg ik weer zin in het leven.”

Altijd welkom

De ziekte zorgde wel voor beperkingen, zodanig dat mevrouw David op haar tweeënvijftigste verhuisde naar een zorgappartement van Vivent De Hooghe Clock. Daar woont ze nu nog. “Met veel plezier”, zegt ze. “Ik maak makkelijk contact, zoek graag de gezelligheid op. En dat kan hier prima.” Lacht: “Ik loop gewoon overal naar binnen. Dan klop ik bij medebewoners aan en vraag ik of ik welkom ben. ‘Jij bent altijd welkom’, hoor ik dan meestal. Fijn toch! Dan drinken we gezellig een kop koffie en kletsen wat. ’s Avonds bij het eten is het ook altijd goed voor elkaar. We hebben een leuk vast groepje dat samen eet in het restaurant. Waar we het over hebben? Over het eten dat we die dag krijgen, over het nieuws, maar ook veel over vroeger. Dat vind ik fijn, want dan weet ik ook hoe andere bewoners geleefd hebben en wat ze nu nog bezighoudt.”

Onder de mensen

Mevrouw David verveelt zich eigenlijk geen moment. Ze maakt regelmatig een ommetje met haar rollator, doet graag mee aan een sjoelwedstrijd, ze maakt kaarten, is vaste deelnemer aan de stoelyoga, gaat wandelen met één van de vrijwilligers en mag graag een legpuzzel maken. “Puzzelen doe ik op mijn kamer, want ik wil ook wel eens alleen zijn.” Meestal echter is ze onder de mensen. “Ik krijg heel veel visite. Mijn broers en zussen zie ik bijna elke dag. Dan pakken we de rolstoel erbij en gaan we het park in en daarna drinken we koffie. Of we gaan ’s avonds naar de Chinees hier in de buurt. Daar kun je heerlijk eten. Lekker eten vind ik belangrijk. Zo eens in de zoveel tijd maakt Beppie van de keuken van het restaurant hier speciaal voor mij een Indische maaltijd. Echt lekker, even terug naar mijn Indonesische roots.”

Goede zorg

Wat ze nog zelfstandig kan, doet ze het liefst zelf. Maar bij sommige zaken is ondersteuning nodig. Bij het wassen en aankleden bijvoorbeeld. “Als ik dat zelf zou doen, ben ik bang dat ik val. Dus daar laat ik me graag bij helpen. Het ontbijt wordt ook voor mij gemaakt, want ik kan niet meer snijden. Wie van de medewerkers me ook helpt, ze zijn me allemaal even lief. Ze verstaan hun vak en brengen ook veel gezelligheid mee. Je merkt dat ze hun werk met plezier doen. En, niet te vergeten, ze zijn eerlijk. Als ik iets kwijt wil, blijft dat bij degene aan wie ik het vertel. Dat waardeer ik heel erg.”

“Nee, ik wil hier niet meer weg”, weet ze. “Ik krijg hier goede zorg en geniet van de gezelligheid: ik heb hier echt mijn thuis gevonden.”

Volg ons op